Waarom is jouw boek ‘dé casestudie over bestuurdersaansprakelijkheid’? Deze vraag krijg ik geregeld op lezingen, want het staat immers prominent op mijn website. Tijd voor uitleg!
Volgens mij zijn er drie redenen waarom je kunt zeggen dat de Freule dé casestudie vormt over bestuurdersaansprakelijkheid.
(1) Mijn boek toont de persoonlijke impact van bestuurdersaansprakelijkheid
Veel bestuurders hebben geen idee wat het betekent als bestuurdersaansprakelijkheid op je pad komt. Wie mijn boek leest, krijgt een goed beeld van de gevolgen. Neem de nodige media-aandacht voor en tijdens de rechtszaken. Of de impact van de hele zaak op het gezin van de bestuurder.
Maar ook de periode nadat de rechters hun oordeel hebben geveld, is interessant. Meestal hoor je nooit meer wat van een affaire na de rechtelijke uitspraken. Terwijl er ook in de Freule-zaak daarna nog tal van ontwikkelingen zijn geweest, die juist de bestuurders van de stichting raakten.
Tijdens een van mijn lezingen kwam ik een rechter tegen die zelf uitspraken heeft gedaan in de Freule-zaak. Zij vond het inderdaad boeiend om te horen hoe de Freule-affaire zich heeft ontwikkeld na haar uitspraken. De rechterlijke macht heeft daar eigenlijk bijna nooit zicht op.
(2) Mijn boek laat zien hoe rechters tegen bestuurdersaansprakelijkheid aankijken
De Freule-zaak is uitgeprocedeerd tot de Hoge Raad. Dat gebeurt niet vaak; financiële debacles bij stichtingen en verenigingen leiden lang niet altijd tot rechtszaken. Zo ziet de partij die schade heeft geleden op tegen de hoge proceskosten. Of verwacht ze dat er weinig bij de bestuursleden te halen valt.
Wie de Freule leest, krijgt een duidelijk beeld van hoe rechters bepalen of individuele bestuurders aansprakelijk zijn voor de financiële schade die ze hebben veroorzaakt. Andere bestuurders kunnen hun voordeel doen met deze kennis.
Overigens wordt er in andere rechtszaken rond bestuurdersaansprakelijkheid soms verwezen naar de Freule-zaak. Kennelijk is de jurisprudentie rond de Freule belangrijke stof, omdat daar vragen zijn beantwoord waar rechters zich nog niet eerder over hebben uitgelaten.
(3) Mijn boek gaat verder dan bestuurdersaansprakelijkheid bij stichtingen alleen
De Freule is niet alleen relevant voor bestuurders van stichtingen en verenigingen. Ook ondernemers kunnen ervan leren. De beste vriend van de penningmeester, die met zijn bv een transactie aanging met het geld van De Freule, is immers ook aansprakelijk gesteld.
En nog veel meer partijen kregen te maken met de vraag of ze aansprakelijk waren voor de verdwenen Freule-miljoenen. Zoals ING Bank en het accountantskantoor dat de jaarrekening bij de bejaardenstichting controleerde. Ik vertel hier graag over op een van mijn lezingen.
Lees hier mijn andere blogs!